Het hamburgerbroodje was een uitvinding van franchise-ondernemer Jim
Delligatti die in Uniontown (Pennsylvania) een McDonald’s runde. Hij maakte
zijn eerste Big Mac in 1967.

Het broodje van Delligatti bleek een schot in de roos en werd een jaar
later door de andere McDonald’s-restaurants in de Verenigde Staten op de
menukaart gezet. Deze week opende de inmiddels 89-jarige Delligatti een ‘Big
Mac-museumrestaurant’ in zijn eigen staat. Met een groot beeld van het
befaamde broodje natuurlijk.

In de Verenigde Staten worden volgens McDonald’s jaarlijks 550 miljoen Big
Macs verkocht. Dat zijn er zeventien per seconde.

De Amerikanen zijn daarmee koploper. De Japanners lusten er ook pap van. Zij
zijn goed voor een jaarlijkse consumptie van honderd miljoen. Vrijwel overal
in de wereld is het recept hetzelfde: een sesambroodje met twee hamburgers,
kaas, een laag saus, een blaadje sla, uitjes, augurkjes.

In de VS zijn er heuse fans van de Big Mac. Een 25-jarige vrouw uit de
Amerikaanse staat Ohio verklaarde deze week dat ze tijdens haar
huwelijksreis als eerste een Big Mac zal verorberen. In de aanloop naar de
huwelijksvoltrekking moet ze zich inhouden omdat ze anders niet in haar jurk
past.

De populariteit van het broodje heeft ook een keerzijde. Elk exemplaar
bevat 540 calorieën en 29 gram vet. Met de consumptie van de Big Mac wordt
alleen al in de VS jaarlijks 17.582 ton vet verorberd. Die hoeveelheid komt
overeen met de lading van veertig volgepakte jumbojets.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl